Belgische banken: duurzame investeringen?

Allegorisch beeld vd Belgische Nationale_Bank, via Commons.wikimedia.org

Recent brachten we bijdragen over kobaltontginning in Congo en ontbossing in Brazilië. In de Bankenwijzer XL van Fairfin worden beide dossiers met stip vermeld bij de analyse van investeringen van banken die in België actief zijn. We belden met Frank Vanaerschot, inhoudelijk medewerker bij Fairfin, met de vraag om ons hierover wat meer uitleg te geven.
Fairfin onderzoekt de spelregels en de spelers van ons financieel systeem. Elke dag worden er door de banken miljarden uitgegeven. Maar waar de investeringen terechtkomen, is niet meteen duidelijk, en het zicht wordt vertroebeld door een wirwar van fiscale constructies en ingewikkeld jargon. Als men zich de vraag stelt waarom wereldwijd mensenrechten op grote schaal geschonden worden, komt men als snel uit bij keuzes die draaien om geld. Heel wat bedrijven zijn grotendeels afhankelijk van banken voor hun activiteiten. Banken schrijven leningen uit, kopen aandelen of obligaties van bedrijven op of zorgen ervoor dat deze op de markt worden gebracht. Maar banken zijn allesbehalve transparant, en men is verplicht om te betalen om inzicht te mogen krijgen in de specifieke databases. Een ‘abonnement’ op zo’n database kost ongeveer € 25.000 per jaar. Wil men concrete informatie over bepaalde bedrijven, dan kan je die kopen voor een paar duizend euro. Continue reading “Belgische banken: duurzame investeringen?”

Big Tech aangeklaagd voor wantoestanden in Congolese mijnbouw

foto: Terry Collingsworth

In december 2019 spande de International Rights Advocates (IRA) een rechtszaak aan tegen 5 big-tech bedrijven: Apple, Alphabet (moederbedrijf van Google), Dell, Microsoft en Tesla, omwille van hun betrokkenheid bij de mensonterende kobaltontginning in de Democratische Republiek Congo (DRC). In 2016 publiceerde Amnesty International een rapport, waarbij sprake is van 40000 kinderen die actief zijn in de Congolese mijnbouw. In de rechtszaak, die aangespannen is bij de US District Court in Washington DC, vertegenwoordigt de IRA een vijftiental families van kinderen die in de mijnbouw werkten. In de 79-pagina tellende aanklacht worden de gruwelijke details beschreven van de werkomstandigheden in de mijnindustrie in de DRC. We spraken met Terry Collingsworth , executive director van de IRA, over de inhoud en de huidige status van de rechtszaak.
De IRA is een non-profit organisatie, met een focus op mensenrechtenschendingen door grote multinationals. Terry Collingsworth heeft als advocaat reeds 30 jaar ervaring met rechtszaken tegen grote bedrijven zoals Walmart, Nestle, Chiquita, ExxonMobil en Shell. De problematische situatie in de Congolese mijnbouw is geen nieuws onder de zon, en gaat in feite reeds terug tot de Belgische koloniale tijden. Het eerder vernoemde rapport van Amnesty International trok ook de aandacht van Terry Collingsworth. Vervolgens werd hij in 2019 benaderd door Siddarth Kara (auteur van het artikel ‘Is your phone tainted by the misery of 35000 children in Congo’s mines‘), om actie te ondernemen. In september van datzelfde jaar reisden zij naar de DRC om de situatie in de mijnen te observeren en om een rechtszaak voor te bereiden. “It was the worst violation of human rights I had witnessed in 30 years”, zegt Terence Collingsworth hierover. De kinderen belanden vaak in de gevaarlijke mijnbouw, omdat ze niet in staat zijn de noodzakelijke schooltaksen te betalen, of omdat hun ouders – ook werkzaam in de mijnen- gewond geraakten en ze de kostwinning voor de familie op zich moeten nemen. Voor de kinderen was het vaak een kwestie van werken of omkomen door ontbering. De grote bedrijven werken bovendien met tussenpersonen die extra druk uitoefenen op de kinderen. De rechtszaak die is aangespannen hoopt dan ook duidelijk te bewijzen dat er sprake is van slavernij en gedwongen arbeid.
Foto: Terry Collinsworth

Collingsworth vermeldt twee bedrijven, Huayou en Glencore, die verantwoordelijk zijn voor de ontginning van kobalt in de DRC. Ze hebben beiden industriële mijnen, waarbij er met machines kobalt wordt ontgonnen, maar ze zijn evengoed betrokken bij de zogenaamde ‘artisanal mining’, waarbij op kleinere schaal en met zware en gevaarlijk handenarbeid naar kobalt wordt gezocht. Kinderen worden in nauwe tunnels naar beneden gelaten, zonder rekening te houden met enige veiligheidsvoorschriften. Zowel de kobalt uit de reguliere als de artisanale mijnbouw komt terecht in de ‘supply chain’ van de grote bedrijven. Umicore (het Belgische bedrijf wordt 53 keer genoemd in de aanklacht) koopt deze kobalt van Glencore, verwerkt deze verder en verhandelt deze vervolgens aan de grote tech-bedrijven. Omwille van gerechtelijke jurisdictie worden niet de bedrijven Glencore of Umicore aangeklaagd, maar wel de grote tech-bedrijven, die directe banden hebben met deze ontginningsbedrijven, en bovendien beweren dat ze hun kobalt verkrijgen met respect voor mensenrechten en internationale standaarden. Continue reading “Big Tech aangeklaagd voor wantoestanden in Congolese mijnbouw”

Wat is het probleem met het uiterst zeldzaam metaal van uw LCD scherm?

Indiumstaven (foto: nerdtalker, creative commons)

Indium is een zeldzaam metaal dat gebruikt wordt in touch screens. De vraag piekt maar toch krijgt Bolivië niets voor het indium dat het land verlaat. Raf Custer van MO.be legt uit hoe dat komt.
Silke Ronsse en Alberto Vazquez van CATAPA onderzochten de route die het indium volgt vanuit Bolivië via Antwerpen tot Nyrstar en Umicore. De wereldwijde productie aan indium is beperkt tot een 1000 ton per jaar. Het metaal wordt vooral verkregen als bijproduct van zinkontginning. Zo ook in Bolivië, dat enkel een slib, rijk aan zink, exporteert via Chileense havens naar Korea en Antwerpen. Vanuit de Antwerpse haven gaat het verder naar de raffinaderijen van Nyrstar en Umicore.
Een belangrijk deel van de ontginning gebeurt in bedroevende werkomstandigheden zonder de nodige bescherming tegen stof en chemicaliën. Bovendien worden de Bolivianen betaald voor hun zink-rijk slib door de handelaars Korea Zinc en Trafigura, die het indium er de facto gratis bij krijgen. De indium-waardeketen start pas wanneer het zeldzaam metaal al het land uit is.
Raf Custers: “Indium is een essentieel element voor toptechnologie. Er moet dus onderzocht worden hoe de export beter kan gecontroleerd worden en hoe het land er inkomsten uit kan krijgen. De eindgebruikers en leveranciers onderhandelen niet over een redelijke prijs.  Idealiter zou Bolivië zelf moeten kunnen raffineren. De vraag is of het land de kracht en de macht heeft om een eigen industrie uit te bouwen.”
Elon Musk, oprichter en belangrijkste aandeelhouder van Tesla, versprak zich in een tweet in juli 2020 al: ‘We plegen staatsgrepen waar we willen‘.

DocuLatino 5: mijnbouw versus bevolking

Voor de vijfde keer programmeert CATAPA in verschillende steden een documentaire-reeks rond het thema van de problematiek waarrond zij al zo’n decennium werken: de rottige gevolgen voor de lokale bevolking van grote mijnbouwprojecten in Zuid-Amerika, met name in Peru, Bolivia en Guatemala. Marjan Cauwenberg lichtte één en ander voor ons toe. Eind februari kunt u in Antwerpen gaan kijken. Meer info alhier.
Beluister ook onze vorige CATAPA-interviews.

Geen mijn in mijn paradijs!

Spannende tijden in Peru, vertelt Daan Janssens van CATAPA. Een belachelijk hoog percentage van het land is in concessie gegeven aan buitenlandse mijnbouwbedrijven. Daarbij wordt niet altijd zo veel rekening gehouden met de lokale bevolking, die liever nog duizenden jaren doorgaat zoals ze het al duizenden jaren doen, met daarnaast wat voorzichtig eco-toerisme in hun paradijs. De campagne Mining in paradise? ondersteunt. Wil u dat ook, klik dan door & teken de petitie.

Wilt u hier in ’t Stad voor dit goede doel uit de bol gaan, dan kan dat op vrijdag 5 november vanaf 21u in het Oude Badhuis. En eind van die maand kunnen we hier verder op een nog aan te kondigen locatie de film El Minero del Diablo bezichtigen.

Hier liever geen kopermijn


Río Blanco klinkt toeristisch, maar googel het samen met ‘Peru’ en u zit prompt in de mijnbouw. Als alles gaat zoals door de mijnbouwbedrijven gepland, dan komt hier vanaf 2011 een 6000 ha groot kopermijnbouwdistrict. Al in 2003 begon het conflict tussen het Britse bedrijf Monterrico Metals en de lokale bevolking, die zich in 2007 in een referendum overduidelijk tégen mijnbouw in de streek uitsprak. Ondertussen is de Chinese groep Zijin de voornaamste aandeelhouder. Vorige woensdag kwam er de zoveelste gewelddadige confrontatie tussen politie en lokale bevolking, met twee doden en zes gewonden tot gevolg.
Het hele verhaal op de Peru-bladzijde van CATAPA
De voorgeschiedenis volgens Monterrico – geen spoor van ellende: Río Blanco

Romeinen in Bolivië?

Juan Carlos Montoya is landbouwingenieur en doceert aan de universiteit van Oruro, Bolivië. Met de organisatie CEPA (Centrum voor Ecologie en Andesvolkeren) verzet hij zich tegen de buitenlandse mijnbouwbedrijven, die water ondrinkbaar en grond onbruikbaar maken, de biodiversiteit met rasse schreden minimaliseren, en de gezondheid van de lokale bevolking, veelal Quechua- en Aymara-indianen (zoals professor Montoya zelf) aantasten. CATAPA, een jonge Vlaamse vrijwilligersorganisatie, haalt hem vanaf 22 april hierheen voor een hele reeks lezingen, debatten, becommentarieerde films … in samenwerking met diverse universiteiten, gemeentebesturen, culturele centra en dies meer in ons land. Ze bezoeken ook in delegatie de resten van Romeinse mijnen in onze eigenste Ardennen, waarvan de milieu-effecten tot op de dag vandaag nog zéér nefast doorwerken.
Zie ook de links onder Uranium geopolitiek bekeken van 14 februari.
Hilarisch campagnefilmpje van de mijnbouwindustrie: Mine your own business