Chinese vaccins gaan viraal

creative commons

China verovert de wereld, maar terwijl we nog altijd zowat alles uit China importeren worden de in China ontwikkelde vaccins uit de westerse markten en ook grotendeels uit de media gehouden. Nochtans gaan de Chinese vaccins wereldwijd viraal.
In zijn boek  ‘De Val van Icarus‘ wil Nick Meynen aantonen dat de covid-pandemie ons niet uit het niets is komen overvallen maar het gevolg is van beleidskeuzes. We gaan tijdens ons gesprek in op de rol van China als wereldspeler, met de vaccin-exportstrategie als casestudie.
Als de Chinese en Russische vaccins al in de westerse media aan bod komen, is het in negatieve zin en wordt er op onbetrouwbaarheid en risico gewezen.
Nick Meynen: “Wat de Chinese vaccins betreft is dat niet terecht, want ze hebben ook de drie testfases doorlopen. Wel is het zo dat de Chinese vaccins in derde landen werden getest omdat het virus onvoldoende circuleerde in China.” Ondertussen worden de Chinese vaccins volop verdeeld in vooral het Midden Oosten, Zuid-Oost Azië en Latijns Amerika. Maar ook Turkije, Oekraïne, Servië en EU-land Hongarije zullen ze gebruiken. Nick Meynen: “China doet aan Continue reading “Chinese vaccins gaan viraal”

jineology


Koerdische vrouwenbeweging Europa, Jineology Center
Koerdische vrouwen hebben een belangrijke maatschappelijke transformatie op gang gebracht door jaren zelfverdediging en deelname in het politieke en sociale arena. Het co-voorzitterssysteem en gelijke vertegenwoordiging zijn maar enkele van deze verwezenlijkingen. De revolutie van de vrouwen in Rojava en hun sociaal contract toont dat leven wars van de patriarchale mentaliteit mogelijk is. De veelgehoorde slogan Jin Jiyan Azadi (vrouw, leven, vrijheid) werd een levensfilosofie.
De website Navbel brengt Koedische actualiteit, jineologi.org handelt over de wetenschap van vrouw en samenleving.

Update Netwerk Stadslandbouw

Het Netwerk Stadslandbouw Antwerpen is intussen een paar jaar actief. Uit de door hen georganiseerde netwerkmomenten ontstonden al verschillende samenwerkingen, zowel op kleine schaal (bakfiets-distributeur x gaat het bio-vlees van schapenteler y rondbrengen) als op grotere schaal. We denken bij dat laatste dan b.v. aan Marta, de maandelijkse markt met kleinschalige producenten uit de buurt van Antwerpen. Ook verschillende Buurderijen in het Antwerpse kwamen hieruit voort. Verder tipt het netwerk alle leden als er landbouwgrond te koop staat. Zij constateren tevreden dat de term ‘stadslandbouw’ de laatste jaren aan een opmars bezig is en ook door beleidsmakers gebezigd wordt.
Curt Costrop, beleidsmedewerker van het Netwerk Stadslandbouw Antwerpen, en
Ann Verdoodt, bezieler van samentuin Dokske en pionier van de buurderij Merksem, beiden ook mede-oprichters van Transitie Merksem, kwamen hierover aan het woord in onze studio.
Op maandag 7 november om half acht ’s avonds vertoont het Netwerk Stadslandbouw in filmhuis Klappei de ‘road movie’ 10 Billion – what’s on your plate?

Bij de moord op Berta Caceres

 
Op 3 maart werd Berta Caceres vermoord in haar thuisland Honduras. Caceres is milieuactiviste en verdedigster van inheemse volkeren zoals de Lenca waar ze zelf deel van uitmaakt. In 2015 ontving ze de Goldman Environmental Prize, de ‘groene Nobelprijs’ voor haar strijd tegen het Agua-Zarca-project, een megalomaan project waarbij de bouw van dammen de leefomgeving van het Lenca volk zou vernietigen. Het project wordt daarbij ook rechtgehouden dankzij het kapitaal van talloze Westerse financiers.
In de studio: Ellen Verryt. Zij schetst Caceres’ strijd en klaagt het Agua-Zarca-project aan, een project dat onderbelicht blijft in onze omstreken. Daarnaast geeft ze ook een aanzet om haar strijd verder te blijven zetten.
Ellen Verryt schreef ook dit stuk op de website van Wereldsolidariteit: ‘We zullen een rivier huilen en een waterval scanderen’ 
Haar integrale speech kan u hieronder herbekijken

Mijnbouw op uw agenda

De organisatie CATAPA werkt sinds 2005 rond de negatieve impact van mijnbouwprojecten in het zuiden. Sinds kort volgen ze ook twee dossiers in Europa op. Binnenkort staan de volgende activiteiten rond dit thema op de agenda in Antwerpen.
Op zondag 21/2 organiseren Groen Antwerpen en Pax Christi Vlaanderen een filmvertoning (Katanga Business) + lunchdebat in Filmhuis Klappei. In het panel zit onder andere ook Charlotte Christiaens van CATAPA, die we aan de telefoon hadden.
-> meer info en inschrijven hier
Van 22 t.e.m. 24 februari loopt in het UA-gebouw aan de Rodestraat de Antwerpse editie van het jaarlijkse DocuLatino-festival van CATAPA, het achtste al, dat overigens ondertussen méér dan Latino is. Iedere documentaire wordt voorafgegaan door een inleiding.
-> meer info hier
Tenslotte is er tussen 2 en 12 maart de jaarlijkse Academische Week van CATAPA, met gesloten en publieke leerzame momenten aan een hele reeks hogescholen en universiteiten in Vlaanderen. In Antwerpen zijn er op 10 maart zowel overdag als ’s avonds dingen bij te wonen in de Karel De Grote-hogeschool, campus Groenplaats.
-> meer info hier

Voorwaarts!? CATAPA

Het begon in Bolivië. In 2005 besliste daar een klein groepje Belgische en Boliviaanse studenten, voornamelijk ingenieurs en juristen, om het milieu-effectenrapport van een groot mijnbouwbedrijf eens goed te analyseren. Ze kwamen nogal wat aanvechtbare elementen tegen en stapten daarmee naar de rechtbank. Dat deden ze als ‘academisch-technisch bijstandscomité bij milieuproblemen’, wat in het Spaans de afkorting CATAPA oplevert.
In die periode ondervonden meerdere grote spelers in de ontwikkelingssamenwerking in toenemende mate dat hun programma’s / doelgroepen bedreigd werden door de negatieve impact van grote mijnbouwprojecten: bevolkingsgroepen worden van hun land verdreven, of dat land wordt te sterk vervuild om nog iets te kunnen opbrengen, of het water wordt door de mijn opgebruikt of sterk vervuild … De beloofde tewerkstelling komt er niet of amper, en duurt bovendien maar voor zolang er in de mijn iets te ontginnen valt, waarna het land vaak onbruikbaar is voor de vroegere landbouw- of veeteeltactiviteiten. Zelfs de wereldbank constateerde al dat de lokale ontwikkeling achteruit gaat waar een groot mijnbouwbedrijf actief is. CATAPA bleef dus bestaan als de rond dit thema gespecialiseerde organisatie.
In diezelfde periode bleek dat jongeren zich niet meer aangesproken voelden door de vormen van engagement die het middenveld hen aanbood. Er was iets concreters nodig, een kans om echt iets te doen aan structurele problemen die de globalisering met zich meebrengt. De gevolgen van de toenemende grondstoffenschaarste, in dit geval dus specifiek de metaalmijnbouw, was een geschikte problematiek. Door het ondersteunen van lokale belangenorganisaties kon CATAPA al herhaaldelijk heel concreet bijdragen aan wat zij als hun doelstelling formuleren, namelijk een rechtvaardige en duurzame mijnbouw. Die sector beïnvloedt rechtstreeks het leven van miljoenen mensen in het zuiden. Dat motiveert jongeren om zich voor CATAPA te blijven inzetten.
CATAPA werkt in Latijns-Amerika met partners in Bolivië, Peru, Guatemala en Colombië. In Bolivië ondersteunt CATAPA nu b.v. een project voor het oogsten van hemelwater, in de streek van het definitief uitgedroogde Poopó-meer, want één van de oorzaken van die uitdroging is ongetwijfeld het gigantisch waterverbruik van de zowat 350 omringende mijnsites. Het zuiden kwam recent een stuk dichterbij toen ze twee Europese dossiers aan hun portefeuille toevoegden, met name het geplande project Rosia Montana in Roemenië en de mijnbouwplannen in Chalkidiki, Griekenland.
CATAPA werkt hier bij ons aan de promotie van een duurzamer productie- en consumptie-model. Ondernemers sporen ze aan te recycleren: “Er zit momenteel meer goud in films dan in alle bestaande goudmijnen ter wereld.” Met de nu lopende campagne Generatie Transitie zetten ze ook in op de ondernemers van morgen. Wie nu aan het studeren is, zal de overgang naar een economie met minder beschikbare grondstoffen immers mee moeten waarmaken.
Om de dossiers in het zuiden in de schijnwerpers te zetten, organiseert CATAPA jaarlijks het DocuLatino-festival in Antwerpen (nu 22-24 februari) en in Leuven (1-3 maart), en begin maart een academische week aan een hele reeks hogescholen en universiteiten in Vlaanderen, gedeeltelijk open voor niet-studenten. Verder zijn er losse acties, zoals de recente CowFunding. Die leverde een paar koeien en en paard op voor Máxima Acuña, een dame die al jaren koppig op haar grond blijft zitten midden in een door mijnbouw ingepalmd gebied in Peru. Zij groeide zo uit tot een icoon van de strijd van lokale gemeenschappen tegen het vaak zeer agressieve expansiebeleid van grote mijnbouwbedrijven. Als gekend expertisecentrum wordt CATAPA ook regelmatig gevraagd op door anderen georganiseerde activiteiten, zoals b.v. het lunchdebat met vertoning van Katanga Business op zondag 21 februari in Filmhuis Klappei.
CATAPA is bewust een vrijwilligersbeweging, zodat het jong engagement centraal blijft staan. Twee bezoldigde deeltijdsen doen aan coördinerende ondersteuning. Al het inhoudelijk werk, juridisch, technisch, internationaal, op beleidsniveau … gebeurt op vrijwillige basis. In onze studio kwamen er drie vrijwillige ‘catapistas’ op bezoek: Alberto Vazquez van de werkgroep communicatie, beweging en educatie; beleidsmedewerker Daan Janssens; en Vivian, communicatieverantwoordelijke voor de academische week en Doculatino.

Voorwaarts!? = uw tweewekelijkse dosis maatschappelijk engagement, zondag 17u
Alle Voorwaarts-uitzendingen op een rijtje

Voorwaarts!? European Coalition for Corporate Justice

Alhoewel er prachtige internationale verdragen bestaan die de mensenrechten en het milieu beschermen, zijn die niet altijd afdwingbaar. Zelfs als de mogelijkheid bestaat om klacht in te dienen, kan dat vaak wel tegen een binnenlandse actor, of tegen een buitenlandse persoon of staat, maar niet tegen een buitenlands bedrijf. Als zo’n bedrijf dus een negatieve impact heeft op het milieu, of de mensenrechten schendt, is het quasi onmogelijk daar iets tegen te ondernemen.
Al enkele decennia zijn heel wat organisaties actief rond deze problematiek. Ze oefenen druk uit op bedrijven om meer rekening te houden met sociale en ecologische factoren; op staten om de belangen van hun eigen burgers meer te laten doorwegen; op grote investeerders om ‘foute’ bedrijven links te laten liggen … Deze strategieën leverden wel wat, maar weinig resultaat op. De ontbrekende schakel leek bindende wetgeving waarmee internationale bedrijven in hun thuisland aansprakelijk gesteld kunnen worden voor sociale of ecologische misdrijven elders.
Om daar op Europees niveau werk van te maken, richtte een aantal organisaties tien jaar geleden de European Coalition for Corporate Justice op, die een aantal nationale platformen en losse actoren verenigt. De coalitie houdt uiteraard kantoor in Brussel, waar ze tracht op te wegen tegen de immense lobbykracht van het bedrijfsleven, die het Europees beleid grotendeels lijkt te bepalen.
Die verenigde aanpak werpt vruchten af. Recent kwam er een Europese richtlijn die bedrijven verplicht niet enkel transparant te rapporteren over hun financiële activiteiten, maar ook over hun impact op de samenleving: milieu, mensenrechten, illegale mijnbouw, corruptie … Ter herinnering: zo’n richtlijn dient in elke lidstaat in de wetgeving ingebouwd. Momenteel is daarover het nodige duw- en trekwerk aan de gang. Het middenveld, gesteund door ECCJ, ijvert ervoor om de wetgeving zo waterdicht mogelijk te maken. De bedrijfswereld wil net zo min mogelijk bemoeienis, en schermt met ‘CRS’, Corporate Social Responsibility, vrij te vertalen als “Wij zijn vanzelf wel sociaal”. Uit gevallen als het recente Volkswagen-schandaal blijkt nochtans duidelijk wat er gebeurt als men bedrijven zichzelf laat controleren.
Deze verplichte rapportering is stap 1. Stap 2 is om bedrijven te verplichten om eventuele mistoestanden ook recht te trekken. Stap 3 is een betere rechtstoegang voor de slachtoffers. De hoofdzetel beweert nu b.v. vaak niets af te weten van wat er in dochterondernemingen in verre landen mogelijk mis loopt. ECCJ: “Als de winst naar de hoofdzetel gaat, dan ook de verantwoordelijkheid”.
De coalitie volgt uiteraard ook processen die het Europees kader overstijgen. Zo is er bij de VN een bindend verdrag in wording over Business and Human Rights. De ECCJ heeft als taak om de Europese instellingen en lidstaten ertoe te bewegen zich daarvoor in te zetten, maar dat wil niet zo goed lukken: bij de besprekingen in juli voerden de vertegenwoordigers van het ‘sociale Europa’ een beschamende lege-stoelen-politiek.
En dan is er het TTIP, dat helemaal de andere kant op gaat: meer rechten voor bedrijven, meer verplichtingen tegenover bedrijven voor staten. Bijzonder verontrustend is de ontwikkeling sinds enkele decennia van internationale arbitrage-hoven in het kader van zo’n giga-handelsovereenkomsten. Daarbij kan een bedrijf een overheid vervolgen als haar beleid – ook al is dat democratisch gestemd – de winst van het bedrijf schaadt: betere milieu- of arbeidsnormen, het inperken van reclame voor schadelijke producten, nationalisaties … Hoogbetaalde bedrijfsadvocaten doen uitspraak, en er is geen beroep mogelijk. Voor de ECCJ hoort dit systeem in de vuilbak thuis, en dienen bedrijven met eventuele klachten net als gewone burgers naar de gewone rechtbank te gaan.
We spraken met coordinator Jérôme Chaplier en stuurgroeplid Paul de Clerk.

Voorwaarts!? = uw tweewekelijkse dosis maatschappelijk engagement, zondag 17u
Alle Voorwaarts-uitzendingen op een rijtje
 

Van Milleniumdoelstellingen naar Duurzame Ontwikkelingsdoelen

In 2000 werden de Milleniumdoelstellingen voor ontwikkelingslanden geformuleerd. Deze doelstellingen moesten ontwikkelingslanden aanmoedigen om werk te maken van het terugdringen van bijvoorbeeld ongeletterdheid, ongelijkheid en armoede. Vijftien jaar later wordt een niet al te positief bilan opgesteld maar worden tegelijkertijd nieuwe doelen afgesproken, maar nu voor heel de wereld. Deze 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen, of ook ‘SDG’s’ (= Sustainable Development Goals) worden bediscussierd op de VN-top die op 25 september van start gaat. Actievoerders, NGO’s, Noord-Zuidbewegingen en tutti quanti hopen dat de doelstellingen deze keer wel afdwingbaar zullen zijn. Zij verenigden zich in ‘Action/2015’, een internationaal platform dat bij ons voornamelijk bekend is om de campagne ‘de Tijd Loopt‘.
We bellen hierover met Bart Tierens van 11.11.11., voor hij naar New York afvloog. Intussen zit hij er en tweet hij af en toe (en dat is inderdaad een volgtip!).

Voorwaarts!? Meters en Peters

Begin 2000 konden honderden nieuwkomerskinderen in Antwerpen niet terecht in een school. Toenmalig gemeenteraadslid Marleen Van Ouytsel nam het initiatief hen tijdens de vakantiemaanden vast kennis te laten maken met onze taal en cultuur, zodat ze het volgende schooljaar niet onvoorbereid zouden moeten starten. De betrokken vrijwilligers waren zo enthousiast, dat beslist werd het initiatief verder te zetten. De vzw Meters en Peters was geboren.
De doelgroep bleef dezelfde: kinderen van de lagere school-leeftijd die nog geen volledig schooljaar les hebben gevolgd in ons land. Dit jaar zijn dat er 120, van 28 verschillende nationaliteiten. Zij konden inschrijven op aanraden van de dienst inburgering, die ieder jaar een selectie maakt van de laatst aangekomenen met de minste voorkennis. Of ze arm zijn of rijk, legaal of illegaal, maakt daarbij niet uit. Per gezin kost de zomerschool € 25: niet veel, maar genoeg om de motivatie te stimuleren om de kinderen ook effectief zes weken lang iedere dag te laten komen. Iedere vrijdag is er voor de ouders een toonmoment, wat de betrokkenheid ten goede komt. Zo’n 90% van de kinderen doet dan ook de hele periode mee.
Het aanbod is heel gevarieerd, met iedere week een thema, waar dan uitstappen aan gekoppeld worden: dieren = de zoo, er is een bezoek bij de politie, verkeerseducatie, fietslessen, ICT, een tandarts op bezoek …
Verschillende musea zijn bij het project betrokken. Toen Koninklijk Museum voor Schone Kunsten (het KMSK) in 2005 als eerste benaderd werd, zagen ze meteen de meerwaarde in, want voor hun educatieve werking was extra ervaring met een multiculturele groep zeer welkom. Na grondig beraad koos men ervoor om rond portretten te werken, een zeer dankbaar onderwerp, omdat daaraan allerei thema’s en creatieve activiteiten gekoppeld kunnen worden. Nu het KMSK zelf in verbouwing is, gaan de kinderen naar gastlocaties van het KMSKA en naar andere musea, die gaandeweg ook interesse kregen voor het project.
Vanuit de zomerschool zijn een aantal projecten gegroeid die buiten de vakantie lopen. Zo is er sinds 2008 het voorleesproject De Boekentoren. In september en oktober gaan vrijwilligers bij zo’n 50 zomerschool-kinderen thuis elke week een uurtje voorlezen. Soms gaan ze hier jaren mee door. In de bibliotheek zijn de kinderen in de zomer al ingeschreven. Aansluitend daarop kunnen deze kinderen in november en december een aantal voorstellingen in HetPaleis meemaken.
Ook het kinderkoor Zing Zang Zong ontstond uit de zomerschool. Heel het jaar door repeteren de kinderen op woensdagnamiddag. Hun ouders volgen intussen een conversatieles Nederlands. Omdat die ouders zelf ook wel wilden zingen, kwamen er op zaterdag zangrepetities voor de volwassenen.
Vrijwilligers vinden voor al deze activiteiten is geen evidentie, maar het lukt altijd wel. Dit jaar startte een samenwerking met de lerarenopleiding van Artesis-Plantijn. Een aantal studenten loopt één à twee weken stage in de zomerschool, en/of gaat voorlezen in het najaar. Drie jaar geleden al startte een samenwerking met de opleiding kleuteronderwijs.
De overheid financiert het project gedeeltelijk, en stelt in de zomer schoollokalen ter beschikking. Dan is er nog een hele reeks privé-sponsoren: serviceclubs, bedrijven …
Vier betrokkenen kwamen voor dit verhaal naar onze studio: de huidige voorzitter Flip Voets, al sinds de oprichting bij de vzw betrokken; secretaris Christiane Hozay, die de zomerschool coördineert; Nelleke Lijphart, medewerkster van het eerste uur en medecoordinator van de Boekentoren en de Paleisbezoeken; en Babette Cooijmans, educatief medewerker van het KMSK.

Voorwaarts!? = uw tweewekelijkse dosis maatschappelijk engagement, zondag 17u
Alle Voorwaarts-uitzendingen op een rijtje
 

Voorwaarts!? VIA

Nog eens een organisatie die wortels blijkt te hebben in de nooit-meer-oorlog-sfeer van na WO I (één, dus). In eerste instantie werd de Service Civil International opgestart om Duitse en Franse burgers middels gemeenschappelijke heropbouwprojecten dichter bij mekaar te brengen. Al snel werd het doelpubliek verder uitgebreid, in de hoop door internationale uitwisselingen een vredescultuur te promoten.
In België kwam er vlak na WO II een SCI-kern in Brussel. Die bleek al snel zo veel vraag uit Vlaanderen te krijgen, dat daar een apart kantoor voor nodig was, in Antwerpen. In 1974 werd dat een zelfstandige vzw, met, net als in Nederland, de naam Vrijwillige Internationale Aktie (VIA). Die werd erkend als jeugdorganisatie; het aanbod is er wel voor alle leeftijden, maar in de praktijk gaan toch vooral jongeren op uitwisselingskamp.
Het SCI-netwerk omvat wereldwijd zo’n vijftig lokale afdelingen, die allemaal zowel reislustigen uitsturen als in eigen land kampen organiseren voor buitenlandse gasten. De nadruk ligt daarbij niet op het gaan helpen, maar op het leren kennen van mensen van andere origines. Er mogen dan ook maximum twee vrijwilligers van dezelfde nationaliteit in een groep zitten. Verder werkt het netwerk samen met zo’n honderd partnerorganisaties die projecten organiseren waar zo’n groep dan aan de slag kan. Voor VIA zijn dat b.v. asielcentra, waar dan b.v. kinderanimatie verzorgd wordt, en festivals, voor de opbouw. Hier ten lande is er enkel een aanbod in de schoolvakanties, in sommige andere landen is dat er heel het jaar door. Deelnemers betalen hun eigen reiskosten en een kleine bijdrage voor de werking van het uitsturend kantoor. Kost en inwoon zijn meestal gratis. Soms woont men in een gastgezin, meestal (zoals bij VIA) wordt het verblijf op de werklocatie voorzien.
In 2009 kreeg VIA bericht dat de erkenning als landelijk georganiseerde jeugdvereniging zou vervallen. Die erkenning is er in principe voor activiteiten voor Vlaamse jongeren op Vlaamse bodem, terwijl VIA die Vlaamse jongeren net naar het buitenland stuurt, en op Vlaamse bodem voornamelijk activiteiten voor buitenlandse jongeren inricht. Met de erkenning vielen ook de subsidies weg. Op dat moment werkte er een tiental mensen voor VIA. Een intensief brainstorm-weekend lang kwamen alle mogelijk scenario’s aan bod. Als VIA in dezelfde geest verder wilde, kon de werking alvast niet aan de erkenningsvoorwaarden aangepast worden. Voor een werking als die van SCI Belgique, dat vooral inzet op noord-zuid-uitwisselingen en daarvoor vanuit een andere hoek subsidies ontvangt, ontbrak de noodzakelijke specifieke expertise. Opgaan in een gelijkaardige organisatie zou het einde van VIA betekenen.
Uiteindelijk viel de beslissing: al het personeel ontslaan, en doorgaan als louter vrijwilligersorganisatie. VIA Nederland werkte zo al, en daar kwam dan ook veel nuttige inspiratie vandaan. Bij de vaste kern die sindsdien de voortzetting van de werking verzekert, horen ook Hilko en Jan, die in onze studio te gast waren. Het aanbod werd ingeperkt tot het Work@World-programma, met ieder jaar een terugkomweekend om ervaringen uit te wisselen. Daarnaast zijn er informatieve momenten, zoals een avond rond het conflict in Syrië, onlangs nog de vertoning van The Clean Bin Project, en binnenkort, op 23 april, een debatavond over de situatie in Oekraïne.
Als pauze tussen de twee gesprekken lieten we het nummer horen dat hoort bij dit internationaal op SCI-kampen uitgevoerde dansje.
Voorwaarts!? = uw tweewekelijkse dosis maatschappelijk engagement, zondag 17u
Alle Voorwaarts-uitzendingen op een rijtje