De ambitie van het Europees Energiebeleid -Bart Staes (Groen)

“Tien jaar gelelden zeiden ze ook al dat de doelstellingen niet realistisch waren. Ondertussen  is gebleken dat ze ernaast zaten.” 

Op 17 januari stemde het Europees parlement drie richtlijnen die het Europees energiebeleid tot 2030 uitstippelen. De eerste richtlijn gaat over Energie-efficiëntie, de tweede over het gebruik van hernieuwbare energiebronnen  en de derde over de Energie-Unie, het gemeenschappelijk Europees Energiebeleid.
Groen EU parlementslid Bart Staes: “De EU had in 2009 het klimaatbeleid vastgelegd tot 2020 en stippelt nu het pad uit tot 2030. Het is ook de bedoeling om de factuur van import van gas en olie naar beneden te halen. Dat kost Europa nu jaarlijks 500 miljard €. Verder moeten we naar een Europese energie-unit gaan. Nu zijn er tachtig contracten tussen Rusland en individuele lidtstaen van de Europese Unie over gaslevering alleen.”
We contacteerden Anneleen Van Bossuyt van de N-VA fractie maar die had geen tijd voor een respons.
Bart Staes: “Het Europees Parlement heeft dus op 17 januari voorgesteld om een bindende energiebesparing van 35% op te leggen ten opzichte van 2005. (De doelstelling voor 2020 is 20%, nvdr). De Raad (de lidstaten) stelt 27% voor en de Europese Commissie  had 30% voorgesteld. Uiteindelijk zal het dus een compromis worden dat lager dan 35% zal liggen. Ik kan daar niet blij om zijn want de tijd dringt. We hebben een wetenschappelijke studie besteld en die concludeerde dat er wereldwijd niet meer dan 890 miljard ton broeikasgassen mag uitgestoten worden om de klimaatstijging beneden  twee graden celcius te houden. Dat is gelijk aan amper twintig keer de huidige jaarlijkse uitstoot (van bijna 50 miljard ton).

Alle Belgische en Hollandse parlementsdparlementsleden stemden voor behalve die van de conservatieve ECR fractie (met N-VA) en de extreem rechtse ENF fractie (met Geert Wilders en de afwezige Gerolf Annemans). Anneleen Van Bossuyt stelt Continue reading “De ambitie van het Europees Energiebeleid -Bart Staes (Groen)”

Biobrandstoffen: over de soorten, de Europese plannen en landbouw in Afrika

Begin oktober hadden we het al over biodiesel, ondertussen zijn we wat verder de kennisladder opgeklommen.
Tegen 2020 moet er 10% biobrandstof zitten in de Europese benzine en diesel zitten (zie EU site). Verder moeten de lidstaten ook een bepaalde doelstelling halen wat betreft het gebruik van hernieuwbare energie in het algemeen. Ze moesten tegen september een plan inleveren waarin staat hoe ze daar zullen geraken. België is 1 van de 4 lidstaten dat dat nog niet heeft gedaan.
Naast de eerste generatie biobenzine en biodiesel die gemaakt worden uit suiker en plantaardig of dierlijk vet, bespreken we kort de mogelijke alternatieven of 2e generatie (zie ook HIER) : algen olie, gebruik van enzymen , pyrolyse, Fischer Tropsch synthese en behandeling met waterstof (niet vermeld in de uitzending). Elk hebben ze hun voor en nadeel. We stootten echter op een goed geargumenteerd artikel (kopie HIER) dat aantoont dat biobrandstof uit algen niet direct en misschien zelfs nooit economisch haalbaar zal zijn, een duidelijk andere visie dan die van Marc Van Driessche .
Het heikel punt in het biobrandstoffen-debat is het gebruik van de grond waarop ze verbouwd worden. Daarbij gaat het over de inname van landbouwgrond en het kappen van bossen voor het verbouwen van brandstofgewassen. De biobrandstofboeren argumenteren dat meer dat 80% van de beschikbare landbouwgrond in Afrika momenteel gewoon braak ligt en dat de kweek van biobrandstofgewassen kan afgewisseld worden met voedingsgewassen. Een gebruik van grond voor biobrandstoffen levert dus in principe niet direct een bedreiging op voor de voedselvoorziening en kan zelf de voedselproductie stimuleren. Toch is daarmee nog niet alles gezegd: voor Afrika werd Jatropha als de wonderplant voorgesteld die zou gedijen op plaatsen waar toch niets anders kan gekweekt worden. In de praktijk blijkt dat, om een economisch te verantwoorden rendement te halen, toch goede grond en een goed klimaat nodig zijn. Bovendien zijn de jatropha-plantages wel degelijk monoculturen.
Een ander discussiepunt is het verdwijnen van bosgebieden voor het telen van biobrandstoffen. Er is in Indonesië oerwoud gekapt voor de kweek van palmolie. Dat gebeurde dan wel vooral door  algemene stijging van de vraag naar palmolie, eerder dan voor de specifieke vraag naar biodiesel. Europa heeft in zijn directieve opgenomen dat de gebruikte biobrandstoffen niet mogen afkomstig zijn van gewassen die gekweekt zijn op gekapte bosgebieden.   Maar naast eventuele problemen met verificatie is er ook een discussie over de indirecte impact van het kweken biobrandstoffen op de biodiversiteit. Zo bevindt de Braziliaanse Amazone  zich op bijna tweeduizend kilometer van de suikerriet plantages, maar is er toch discussie over de indirecte impact van de bio industrie op het Braziliaans regenwoud en de Cerrado. Graaslanden worden omgezet tot soja-of suikerrietvelden, en de veeteelt zou zich daardoor verplaatsen naar bosgebieden.

Biobrandstoffen: vloek of toekomst?

Marc Van Driessche van Greendiesel is te gast in de studio. Zijn bedrijf houdt zich vooral bezig met de handel in (grondstoffen voor) biobrandstoffen. Hij doet het onderscheid tussen de verschillende generaties biobrandstoffen uit de doeken. Het belangrijkste verschil is dat tweede en derde generatie brandstoffen geen gebruik maken van eetbare gewassen.
Enerzijds minimaliseert hij de impact van de eerste generatie biobrandstoffen op de voedselvoorziening; maar anderzijds geeft hij toe dat dit de oplossing niet is. Hij is er echter van overtuigd dat Europa met de volgende generaties biobrandstoffen wel zelfvoorzienend kan worden. Wat meer investeringen in onderzoek zouden welkom zijn.

BIODIESEL voor beginners. En wat is de impakt van de biodiesel-boom op de boeren in de derde wereld?

Biodiesel-molecule (R1 = lange koolwaterstofketen)
Wat is biodiesel nu eigenlijk? We starten met 1 minuut scheikunde maar verder hebben we het over koolzaad, de impakt van biodiesel op CO2 en andere emissies, de exploderende biodiesel markt, de producenten in Belgie enz enz… Teveel om allemaal op te noemen. Luisteren dus!
De stijgende productie van biodiesel en -benzine zal de landbouwoverschotten doen afnemen. Aangezien daardoor de export van gesubsidieerd voedsel zal verminderen  zou dit de boeren in de derde wereld ten goede moeten komen.  Thierry Kesteloot van Oxfam solidartiteit denkt ook dat de impakt op korte termijn positief zal zijn maar vreest voor mogelijk perverse effecten op langere termijn: Er bestaat een risico dat de kleine boer van zijn grond gedreven wordt, dit tengevolge van de stijgende vraag naar grond nodig voor het aanmaken van bio-brandstoffen .
Continue reading “BIODIESEL voor beginners. En wat is de impakt van de biodiesel-boom op de boeren in de derde wereld?”