Alternatieven studie: afvalverbranding beter in de haven

foto: RC

ISVAG, het afvalverwerkingsbedrijf van Antwerpen en de omliggende gemeenten wil een nieuwe afvalverbrandingsoven bouwen in Wilrijk. De stad Antwerpen liet door VITO een studie uitvoeren naar alternatieven maar hield het rapport achter.
Nadat de stad verplicht werd de resultaten publiek te maken blijkt dat er volgens de studie betere alternatieven bestaan.

De bouw van een oven in de Antwerpse haven is volgens de VITO studie te  verkiezen omdat ze daar een aan een veel hoger energetisch rendement kan werken waardoor ook de CO2 uitstoot  zal dalen. Dat komt doordat de stoom die de oven in de haven zou produceren onmidddelijk kan gebruikt worden door de industrie terwijl het heet water dat ze in Wilrijk zou produceren enkel in de koelere maanden van nut zou zijn. Bovendien zal  het nog twintig jaar duren vooraleer het warmtenet in de omgeving van Wilrijk volledig uitgebouwd is.  Daardoor komt het rendement van de installatie in de haven uit op minstens 80% terwijl de ISVAG-installatie ten zuiden van Antwerpen na aanleg van het warmtenet  na twintig jaar op een rendement van 56% blijft steken.
Dat was voldoende reden voor het Vlaams Energieagentschap (VEA) om een negatief advies te geven voor de bouw van de nieuwe installatie in Wilrijk.  OVAM gaf een gunstig advies onder voorwaarden. Volgens OVAM overschat ISVAG de nodige capaciteit, is voor de site in Wilrijk geen modal shift mogelijk en valt het te bezien of de havenlocatie geen goed alternatief is. OVAM verwijst naar het VEA wat betreft de (mindere) energieperformantie.  Het gunstig advies van OVAM is onder de voorwaarde dat het VEA een positief advies geeft. Aangezien dat er niet kwam is het advies van OVAM de-facto negatief. De andere voorwaarde is dat ISVAG afval zal mogen verwerken dat afkomstig is van buiten het huidig verwerkingsgebied. Volgens Erwin Van de Mosselaer van de Milieuraad van Aartselaar zit daar een probleem: “Volgens de statuten mag ISVAG zelfs geen afval van andere locaties verwerken.”
In een opvallende wending werd vanuit het VEA door een medewerker een ‘voorwaardelijk positief’ advies verstuurd, de dag na het negatief advies van de administrateur generaal.   Het tegenadvies laat een opening voor de bouw van de oven in Wilrijk moest uit de gedetailleerde engineering studie blijken dat de efficientie van de installatie voldoende kan opgekrikt worden. Een gedetailleerde engineeringstudie  zal echter nooit een gat in energetisch rendement van tientallen percenten dichten. Het tegenadvies is dus een manoeuver om de Wilrijk-optie open te houden.  De druk op VEA zou vanuit het kabinet van Antwerps schepen Koen Kennis zelf gekomen zijn.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *