Voorwaarts!? VIA

Nog eens een organisatie die wortels blijkt te hebben in de nooit-meer-oorlog-sfeer van na WO I (één, dus). In eerste instantie werd de Service Civil International opgestart om Duitse en Franse burgers middels gemeenschappelijke heropbouwprojecten dichter bij mekaar te brengen. Al snel werd het doelpubliek verder uitgebreid, in de hoop door internationale uitwisselingen een vredescultuur te promoten.
In België kwam er vlak na WO II een SCI-kern in Brussel. Die bleek al snel zo veel vraag uit Vlaanderen te krijgen, dat daar een apart kantoor voor nodig was, in Antwerpen. In 1974 werd dat een zelfstandige vzw, met, net als in Nederland, de naam Vrijwillige Internationale Aktie (VIA). Die werd erkend als jeugdorganisatie; het aanbod is er wel voor alle leeftijden, maar in de praktijk gaan toch vooral jongeren op uitwisselingskamp.
Het SCI-netwerk omvat wereldwijd zo’n vijftig lokale afdelingen, die allemaal zowel reislustigen uitsturen als in eigen land kampen organiseren voor buitenlandse gasten. De nadruk ligt daarbij niet op het gaan helpen, maar op het leren kennen van mensen van andere origines. Er mogen dan ook maximum twee vrijwilligers van dezelfde nationaliteit in een groep zitten. Verder werkt het netwerk samen met zo’n honderd partnerorganisaties die projecten organiseren waar zo’n groep dan aan de slag kan. Voor VIA zijn dat b.v. asielcentra, waar dan b.v. kinderanimatie verzorgd wordt, en festivals, voor de opbouw. Hier ten lande is er enkel een aanbod in de schoolvakanties, in sommige andere landen is dat er heel het jaar door. Deelnemers betalen hun eigen reiskosten en een kleine bijdrage voor de werking van het uitsturend kantoor. Kost en inwoon zijn meestal gratis. Soms woont men in een gastgezin, meestal (zoals bij VIA) wordt het verblijf op de werklocatie voorzien.
In 2009 kreeg VIA bericht dat de erkenning als landelijk georganiseerde jeugdvereniging zou vervallen. Die erkenning is er in principe voor activiteiten voor Vlaamse jongeren op Vlaamse bodem, terwijl VIA die Vlaamse jongeren net naar het buitenland stuurt, en op Vlaamse bodem voornamelijk activiteiten voor buitenlandse jongeren inricht. Met de erkenning vielen ook de subsidies weg. Op dat moment werkte er een tiental mensen voor VIA. Een intensief brainstorm-weekend lang kwamen alle mogelijk scenario’s aan bod. Als VIA in dezelfde geest verder wilde, kon de werking alvast niet aan de erkenningsvoorwaarden aangepast worden. Voor een werking als die van SCI Belgique, dat vooral inzet op noord-zuid-uitwisselingen en daarvoor vanuit een andere hoek subsidies ontvangt, ontbrak de noodzakelijke specifieke expertise. Opgaan in een gelijkaardige organisatie zou het einde van VIA betekenen.
Uiteindelijk viel de beslissing: al het personeel ontslaan, en doorgaan als louter vrijwilligersorganisatie. VIA Nederland werkte zo al, en daar kwam dan ook veel nuttige inspiratie vandaan. Bij de vaste kern die sindsdien de voortzetting van de werking verzekert, horen ook Hilko en Jan, die in onze studio te gast waren. Het aanbod werd ingeperkt tot het Work@World-programma, met ieder jaar een terugkomweekend om ervaringen uit te wisselen. Daarnaast zijn er informatieve momenten, zoals een avond rond het conflict in Syrië, onlangs nog de vertoning van The Clean Bin Project, en binnenkort, op 23 april, een debatavond over de situatie in Oekraïne.
Als pauze tussen de twee gesprekken lieten we het nummer horen dat hoort bij dit internationaal op SCI-kampen uitgevoerde dansje.
Voorwaarts!? = uw tweewekelijkse dosis maatschappelijk engagement, zondag 17u
Alle Voorwaarts-uitzendingen op een rijtje

Bedrijfsbelangen in ontwikkelingssamenwerking

De Britse organisatie Global Justice Now voert campagne tegen beleidsmaatregelen die de armen nog armer maken. Eén daarvan draait rond voedsel. Ze kregen lucht van een vergadering op 23 maart in Londen, waar de Bill and Melinda Gates Foundation en USAID een aantal grote zaadbedrijven en actoren uit de ontwikkelingssamenwerking hadden uitgenodigd, vermoedelijk om te bekijken hoe de afzet van deze bedrijven via landbouwprogramma’s in Afrika verhoogd zou kunnen worden. Alhoewel de Foundation beweert transparant te werken, bleef onduidelijk wie er aanwezig was en wat er precies besproken werd.
In Afrika wordt 70% van het voor eigen consumptie bestemde voedsel geproduceerd door kleinschalige landbouwbedrijfjes. Die werken over het algemeen met eigen, overgehouden zaad, dat zich doorheen de jaren/eeuwen als optimaal voor de lokale omstandigheden ontwikkelde. Overschakelen op commerciële zaden lijkt in eerste instantie een grotere oogst op te leveren, op voorwaarde wel dat men ook het bijbehorend pakket van kunstmest en pesticiden aankoopt. Maar de zaden kunnen niet, of niet met hetzelfde opbrengstpotentieel, overgehouden worden. Dat betekent dus ieder jaar opnieuw een kost aan zaad + kunstmest + pesticiden, een blijvende afhankelijkheid van de leverancier.
Een aantal lokale, regionale en internationale boerennetwerken verzet zich tegen deze tendens en komt op voor het recht op controle over het eigen voedselsysteem: daaronder de Alliance for Food Sovereignty in Africa en La Via Campesina. Zij staan achter het agro-ecologisch landbouwmodel, dat ook door ‘onze’ Olivier De Schutter, voormalig VN-rapporteur rond voedselveiligheid, als enige duurzame oplossing voor een efficiënt voedselsysteem naar voor werd gebracht. Niet bedrijven – die tenslotte vooral winst willen maken – maar de gemeenschap zelf moet volgens hen daarvoor zaadbanken kunnen opzetten en beheren.
Ze wijzen ook op het feit dat de redenering ‘meer voedsel produceren = geen honger meer in de wereld’ helemaal niet klopt. Jaarlijks produceren we wereldwijd nu al genoeg voedsel voor 12 miljard mensen. In Afrika steeg tussen 1991 en 2011 de productie per capita met 10%, terwijl de ondervoeding met 40% toenam. Het gaat er dus niet om méér te produceren, maar te bekijken wát er geproduceerd wordt, en voor wie. Bio-brandstoffen, koffie, tabak, bloemen … en voor de export bestemd voedsel lossen de honger in Afrika niet op.
Buiten de afhankelijkheid is een nadeel van de commerciële zaden dat die bedoeld zijn voor grote oppervlaktes met monoculturen, dus niet geschikt voor de vele kleine, soms louter op zelfvoorziening gerichte boeren. Monoculturen maken een producent ook zeer kwetsbaar: àls er iets mis gaat, ben je meteen alles kwijt. Biodiversiteit en lokale kennis zijn net nodig om die kwetsbaarheid te vermijden. Met pesticiden werken blijkt bovendien een gezondheidsrisico met zich mee te brengen.
We belden hierover met Heidi Chow van Global Justice Now. Zij vermeldde ook de een paar jaren geleden opgerichte New Alliance for Food Security and Nutrition van de G8. Het idee daarachter is dat ontwikkeling best gebeurt doordat bedrijven in ontwikkelingslanden gaan ondernemen en/of investeren. Men kan zich natuurlijk afvragen of bedrijven armoedebestrijding hoog op hun agenda hebben staan.

"Parlementairen en ministers beseffen zelf niet altijd goed wat ze stemmen en ondertekenen"

Bestuurlijke Lussen, Rolrecht, Rechtplegingsvergoeding, Nooddecreten…  onze bestuurders veranderen de regels van het juridisch spel zodat het moeilijker wordt om hun plannen te dwarsbomen. Kosten worden opgedreven, termijnen worden ingekort en gerechtelijke beslissingen worden omzeild.
Noodzakelijk om nog iets gedaan te krijgen in dit land, of het opzij zetten van de democratische spelregels?
Volgens advocaat Philippe Vande Casteele gaat het om een trend die de laatste twee jaar doorgeschoten is. In die mate zelf dat hij vermoedt dat politici verder gaan dan ze zelf beseffen. Vande Casteele en enkele andere advocaten werken onbetaald voor Ademloos en andere burgergroepen.

Ph. Vande Casteele: “De situatie is  volledig scheef getrokken: de regering heeft beslist dat ze u vanaf nu geen gerechtskosten meer moet betalen als ze een zaak verliest maar dat ze zelf wel een deurwaarder op u mag afsturen als ze wint.”

Een bloemlezing uit het arsenaal van de ministeriële kabinetards.
Continue reading “"Parlementairen en ministers beseffen zelf niet altijd goed wat ze stemmen en ondertekenen"”

Verzet tegen uitbreidingsplannen Luchthaven van Antwerpen

De Luchthaven van Antwerpen breidt uit qua aanbod: vanaf 17 april zullen geïnteresseerden ook naar bestemmingen als Barcelona en Milaan kunnen vliegen. Ondanks het positivisme dat hierdoor rond de ‘Vliegplein’ hangt, zijn buurtbewoners bezorgd. Zij zitten met vragen waar zij geen antwoord op krijgen en vrezen dat de uitbreiding een grotere impact gaat hebben op hun wijk. Hierover praten wij met Sofie Blancke (PVDA+), arts bij Geneeskunde voor het Volk. Zij sloeg er als Berchems districtsraadslid in om een commissie bijeen te roepen waarop de luchthavenleiding zelf toelichting over de plannen kwam geven. Ondanks die commissie heerst de twijfel nog steeds. Continue reading “Verzet tegen uitbreidingsplannen Luchthaven van Antwerpen”